Uitspraak (arrest) pesticiden Hof van Beroep te Parijs (Frankrijk)
3 sept 2025 door Geert Starre
Hof van Beroep te Parijs in arrest van 3 sept 2025:
"
Het Hof erkent de aansprakelijkheid van de staat voor het bestaan van ecologische schade als gevolg van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen."
Uitspraak en inhoudsbeschrijving:
paris.cour-administrative-appel.fr.
Directe link naar het arrest (pdf):
Lire les arrêts nos 23PA03881, n° 23PA03883, n° 23PA03895.
Vertaling van het arrest door Deepl van pdf naar pdf met Nederlandse tekst:
-
2025-09-03-uitspraak-vertaald-Hof-Beroep-Parijs-23PA03881.pdf
Met DeepSeek pdf geconverteerd naar
html (Frans). Handig Voor wie tekst zelf wil vertalen.
Vertaling van de inhoudsindicatie door google translate:
Het Hof erkent de aansprakelijkheid van de staat voor het bestaan -van ecologische schade als gevolg van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
In een arrest van 3 september 2025 oordeelde het Hof van Beroep te Parijs dat het Franse Agentschap voor Voedselveiligheid, Milieu en Arbeidsveiligheid (ANSES) een fout had gemaakt door gewasbeschermingsmiddelen niet te beoordelen in het licht van de meest recente wetenschappelijke kennis. Het Hof beval de staat daarom een beoordeling uit te voeren die voldoet aan de vereiste eisen en de reeds afgegeven handelsvergunningen binnen vierentwintig maanden te herzien.
Naar aanleiding van een zaak aangespannen door milieubeschermingsorganisaties erkende het Hof van Beroep te Parijs in een arrest van 29 juni 2023 het bestaan van ecologische schade als gevolg van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, veroorzaakt door de wijdverspreide, diffuse, chronische en langdurige verontreiniging van water en bodem door de werkzame stoffen in deze producten, de afname van biodiversiteit en biomassa, en de aantasting van de voordelen die de mens uit het milieu haalt. Het Hof oordeelde tevens dat deze schade te wijten was aan een fout van de staat.
Na behandeling van verschillende hoger beroepen tegen dit vonnis, erkende het Hof tevens de mogelijkheid om een -vordering tot schadevergoeding voor ecologische schade in te stellen tegen de administratie bij de bestuursrechter, op basis van de artikelen 1246 tot en met 1248 van het Burgerlijk Wetboek, hoewel deze artikelen niet uitdrukkelijk voorzien in een dergelijke vordering tegen de Staat.
Het Hof erkende vervolgens het bestaan van dergelijke schade, met name beoordeeld in de zin van de menselijke gezondheid, en oordeelde dat deze het gevolg was van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, ook al kunnen er andere factoren een rol spelen.
Ten slotte onderzocht het Hof of deze schade verband kon houden met tekortkomingen van de Staat. Het verwierp verschillende door de verenigingen aangevoerde tekortkomingen, met name het feit dat de Staat zich niet had gehouden aan het in de Ecophyto-plannen uiteengezette traject: het Hof was van mening dat de in deze plannen vastgestelde gekwantificeerde doelstellingen voor de vermindering van het gebruik van pesticiden niet bindend waren. Het oordeelde echter dat ANSES, in haar taak om de handel in gewasbeschermingsmiddelen namens de Staat te beoordelen en te autoriseren, had moeten oordelen in het licht van de meest recente wetenschappelijke en technische kennis, wat het niet systematisch heeft gedaan. De Europese regelgeving op dit gebied staat weliswaar toe dat wordt verwezen naar richtsnoeren van de Europese Commissie, die beschikbaar waren ten tijde van de vergunningsaanvraag; zoals het Hof van Justitie van de Europese Unie echter heeft geoordeeld, moeten staten hun productbeoordeling baseren op de meest betrouwbare en recente wetenschappelijke gegevens die beschikbaar zijn, indien deze documenten de huidige stand van kennis niet langer voldoende weerspiegelen.
Daarom heeft het Hof van Beroep te Parijs de staat gelast een beoordeling uit te voeren die voldoet aan de vereiste vereisten, met name met betrekking tot niet-doelsoorten, d.w.z. soorten waarop het product niet is gericht, en binnen vierentwintig maanden een evaluatie uit te voeren van de reeds afgegeven vergunningen voor het in de handel brengen. Het Hof heeft de staat tevens gelast elk van de verzoekende verenigingen een symbolische schadevergoeding van één euro te betalen voor de geleden immateriële schade.
Tekstdelen uit het vertaalde arrest zelf
15. Onder deze omstandigheden, en aangezien het ministerie van Landbouw dit punt niet betwist, moet de door de verzoekende verenigingen aangevoerde aanzienlijke aantasting van de ecosystemen als gevolg van de wijdverspreide, diffuse, chronische en langdurige verontreiniging van water en bodem door de werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen als bewezen worden beschouwd.
18. Onder deze omstandigheden, en bij gebrek aan betwisting door het ministerie van Landbouw en Voedselsoevereiniteit op dit punt, moet de door de verzoekende verenigingen aangevoerde niet te verwaarlozen aantasting van de ecosystemen, als gevolg van de afname van de biodiversiteit en de biomassa door het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, als bewezen worden beschouwd.
20. Enerzijds stellen de verzoekende verenigingen zonder tegenspraak dat "
insecten talrijke ecosysteemdiensten verrichten waarvan de mensheid in grote mate afhankelijk is", dat zij in belangrijke mate bijdragen tot de bestuiving en voortplanting van planten, dat zij een essentiële schakel vormen in de voedselketen door talrijke gewervelde dieren te voeden, zoals de OPECST in haar nota van 2021 aangeeft, en dat "
de achteruitgang van bestuivers een bedreiging vormt (...) voor het welzijn van de mens", zoals de Europese Commissie heeft opgemerkt in haar mededeling van 24 januari 2023 over het pact voor bestuivers.
23. Hoewel de minister van Landbouw en de vakbond [?] Phyteis aanvoeren dat de verontreiniging van water en bodem, de achteruitgang van de biodiversiteit en de verslechtering van de voedselketens andere oorzaken hebben dan alleen het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, zoals huishoudelijke en industriële vervuiling, de vernietiging van natuurlijke habitats, de aanwezigheid van invasieve soorten of veranderingen als gevolg van de klimaatverandering, blijkt uit het bovenstaande niettemin dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen verantwoordelijk is voor een niet te verwaarlozen aantasting van de elementen of functies van ecosystemen en van de collectieve voordelen die de mens uit het milieu haalt.
24. Uit het bovenstaande volgt dat de verzoekende verenigingen het bestaan aantonen van ecologische schade in de zin van artikel 1247 van het Burgerlijk Wetboek als gevolg van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen.
29. Ten tweede heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in zijn arrest Blaise e.a. van 1 oktober 2019 (zaak C-616/17) geoordeeld dat het voorzorgsbeginsel, dat door het recht van de Europese Unie wordt gewaarborgd en in het bovengenoemde artikel 1, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van 21 oktober 2009, dat een bescherming biedt die ten minste gelijkwaardig is aan die welke voortvloeit uit het voorzorgsbeginsel zoals gewaarborgd door artikel 5 van het Milieucharter waarop de verzoekende verenigingen zich beroepen, de lidstaten verplicht tot het uitvoeren van "
een alomvattende beoordeling op basis van de meest betrouwbare beschikbare wetenschappelijke gegevens en de meest recente resultaten van internationaal onderzoek". In zijn arrest Pesticide Action Network Europe van 25 april 2024 (zaak C-308/22) dat, hoewel artikel 36 van de verordening verwijst naar het gebruik van de door de Europese Commissie vastgestelde richtsnoeren die op het moment van de aanvraag beschikbaar zijn, hieruit niet kan worden afgeleid dat de lidstaten zich bij hun risicobeoordeling moeten beperken tot de beschikbare richtsnoeren, wanneer zij van mening zijn dat deze richtsnoeren onvoldoende aansluiten bij de huidige stand van de wetenschappelijke en technische kennis.
31 [..]
en geven aan dat Frankrijk op Europees niveau verschillende voorstellen zal indienen die met name gericht zijn op een betere inachtneming van de cocktail-effecten in de beoordelingsmethodologieën.
32 [..]
Uit het onderzoek blijkt dus dat ANSES haar risicoeoordeling niet systematisch baseert op de meest recente beschikbare wetenschappelijke gegevens.
34. Bijgevolg en zonder dat het nodig is prejudiciële vragen voor te leggen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, hebben de verzoekende verenigingen terecht aangevoerd
dat, met name wat betreft de effecten van pesticiden op niet-doelsoorten, de ANSES niet kan worden geacht te zorgen voor een bevredigende tenuitvoerlegging van de Europese verordening, zoals geïnterpreteerd door het Hof van Justitie, met inachtneming van het voorzorgsbeginsel.