logo natuurbeschermingswacht LinkedIn Nnatuurbeschermingswacht
knotbeitel-knotten-boer-nell-gespiegeld.jpg

Knotwilgen en hun plaats in de cultuurhistorie

Knotwilg een nuttige boom



Wilgen werden eeuwenlang in de waterrijke streken van Nederland gepoot om er boerengeriefhout voor eigen gebruik van te oogsten. Zij worden periodiek geknot in de winter. Takken van 1 tot 2 jaar oud (tenen) werden gebruikt om manden en korven te vlechten. Takken van 3 tot 7 jaar oud (wiepen, staken) werden gebruikt als bonenstaken, voor het plaatsen van visfuiken, voor hekwerk etc.

De knotwilgen werden aan de rand van een weiland gepoot aan een zijsloot niet ver van de boerderij. De oevers van een doorgaande vaart werden vrijgelaten, langs vaarwater hinderen wilgen het vaarverkeer. Enerzijds doordat er dan geen boot met een jaaglijn door de vaart gejaagd kan worden. Anderzijds omdat in slappe veengrond de knotwilgen over het water gaan neigen en zo de doorvaart belemmeren van hoog met hooi opgeladen bokken. In de (cultuur)historie werden wilgen gepoot om hun nut, op een praktische plaats.


in slappe veengrond neigen knotwilgen over het water en belemmeren de vaart.
in slappe veengrond neigen knotwilgen over het water en belemmeren de vaart.


Na de paalwormramp (ca 1730) ging men glooiende dijken maken die onder water met zinkstukken bekleed werden. De zinkstukken werden gevlochten van wilgen en verzwaard met stenen of basalt. In Zuid Holland en Utrecht werden hiervoor wilgen bedrijfsmatig gepoot in grienden. Waarom wilgen? Gewoon om economische redenen. Wilg is de snelst groeiende boom in Nederland die in nat en slecht land vanuit de stobbe drie meter per jaar groeit.

Tegenwoordig hebben knotwilgen geen economische waarde meer. We waarderen ze nu niet meer voor het nut maar voor de visuele, landschappelijke en natuurlijke waarden. Het dode hout in de knot en de vaak holle boom is een goede micro biotoop voor insecten en vogels.

Een rij geknotte wilgen wordt bewoond door vele insecten waar weer vogels op af komen. De dichte pruik twijgen op de knot is ook een goede broed- en schuilplaats. Wilgen worden geknot met de kettingzaag waarna de takken worden versnipperd. Een regelmatig geknotte wilg kan 100 jaar oud worden. Maar meestal is de holle stam zo zwak dat hij bij storm veel eerder bezwijkt onder de last van de takken.
 

Takkenril of takkenhoop

Je kunt van de vrijkomende takken ook een takkenril maken daar hebben veel dieren en insecten baat bij.

 jaarlijks vul ik deze grote takkenril bij, broedplaats voor vele vogels.
jaarlijks vul ik deze grote takkenril bij, broedplaats voor vele vogels.

Ik onderhoud zelf een rijtje knotwilgen en met de takken vul ik elk jaar een grote takkenhoop van 4 x 7 meter aan. Deze takkenhoop met haar open structuur is een broedplek voor de zwartkop, de winterkoning, de gekraagde roodstaart, en de witte kwikstaart. Er zit ook een egel in. Het zou best kunnen dat er ook vleermuizen in zitten. Ik heb hier ruimte zat, maar in elke wat grotere tuin is wel een plek te vinden voor een (kleinere) takkenril, de vogels zullen er zeker gebruik van maken. Wie weet is het wel een alternatief voor een erf afscheiding in plaats van een hek van de Gamma, maar niet elke buurman zal daarvan gediend zijn.

Onderweg op de fiets zag ik dat de bermbeheerder op afstanden van tien meter kleine takkenhoopjes langs de waterkant had gemaakt. Goed idee het komt de natuur ten goede en het kost niets.


een reeks kleine takkenbultjes langs een kanaal
een reeks kleine takkenbultjes langs een kanaal
 

De knotbeitel: een vergeten handgereedschap

In het begin van de vorige eeuw voordat de schaalvergroting, mechanisatie, en specialisatie op gang kwam werd vrijwel al het boerenwerk met de hand gedaan, zo ook het knotten van de wilgen. Naast de zaag en de hiep werd de knotbeitel gebruikt, een vergeten stuk handgereedschap.

Ergens op internet heb ik een prachtige foto gevonden uit ca 1920 van een knotploeg die met een knotbeitel de wilgen aan het knotten is.

De mannen staan natuurlijk 'op scherp', met spijkers met een punt-kop onder hun klompen.

 knotploeg op het ijs, bron:<em>IVN-Nieuwkoop 2015</em>
knotploeg op het ijs, bron:IVN-Nieuwkoop 2015

Links staat de man met de slei, die met één of meer welgemikte slagen een dikke tak van de wilg afslaat. Hij heeft de houding en trekt ook een gezicht van “ik zal hem een flinke mep geven”. Naast hem staat een handlanger met een hiep (een slagmes) in zijn linkerhand. Die ontdoet de dikke takken van zijtakken zodat ze goed gebundeld kunnen worden. Op het ijs ligt een forse tak, ongeveer het dikste wat met de beitel afgeslagen kan worden. Daarnaast staat de man met de knotbeitel die op een dikke paal is bevestigd. De beitel is iets hol geslepen zodat die zich vanzelf centreert op de tak.

En daarnaast twee jongens met een bundel dunne takken. Op de achtergrond de boer die op inspectie komt. Linksboven de man met de slei zie je een wilg waarvan de dikke takken afgeslagen zijn. Vanaf het ijs met de klompen op scherp kun je er goed bij en werkend met de knotbeitel hoef je niet te knoeien met wankele ladders.

Op de achtergrond aan de overkant van de vaart zie je dat er enkele rechte takken op de wilg zijn blijven staan, zogenoemde staanders, om dikke palen van te oogsten bij de volgende knotbeurt.

De fotograaf heeft het tafereel perfect in scene gezet, als je een denkbeeldige knop omdraait zie je de ploeg aan het werk. Jammer dat van het meppen met de slei geen actiefoto is gemaakt maar dat kon met de toenmalige foto spullen niet. De foto dateert uit ca 1920, de fotograaf had zijn toestel op een driepoot op het ijs staan en trok een doek over zijn hoofd voor het kiekje op een glasplaat.

Jan Bus
Juni 2021

 
server clear NOK