aan:          Gedeputeerde Staten van provincie Overijssel
              Natura2000PIP@overijssel.nl

betreft:      ZIENSWIJZE NRD De Wieden fase 2, nummer 601544

datum:        10 jan 2021

van:          Natuurbeschermingswacht Meppel en omstreken
              www.natuurbeschermingswacht.nl
              info@natuurbeschermingswacht
              Gerard ter Borchstraat 51, 7944GM Meppel
              0522-260791
              inschrijving handelsregister 41019696


Geachte college,


Onze zienswijze bestaat uit 2 delen, een gebiedsoverstijgend deel en een inhoudelijk deel.

Deel 1 - gebiedsoverstijgend
De Natuurbeschermingswacht juicht versterking van het Natura 2000 gebied de Weerribben-Wieden toe, maar wil in dit deel een kanttekening plaatsen bij het recreatief en toeristisch gebruik ervan.

In uw notitie lezen wij op pagina 19: onder de kop 'Recreatie':
"Beschreven worden de mogelijkheden voor recreatief medegebruik en recreatieve voorzieningen. Ook wordt onderzocht wat de effecten van de verandering in het waterpeil zijn op recreatieve functies in de omgeving."
 
De Natuurbeschermingswacht Meppel en omgeving maakt zich ernstig zorgen over de toeristische ontwikkelingsplannen van de provincie Overijssel en de gemeente Steenwijkerland. Het natuurgebied Weerribben-Wieden wordt als visitekaartje en trekpleister gebruikt om meer toeristen aan te trekken. De Natuurbeschermingswacht dringt er op aan dat bij uitwerking van de bovengenoemde plannen (fase 2) de recreatie op afstand wordt gehouden van kwetsbare gebieden. Dit bij voorkeur door bijvoorbeeld sloten en vaarten niet toegankelijk te maken voor recreatie en fietspaden met een buffer op afstand aan te leggen van deze gebieden.

Recreatiedruk
De afgelopen jaren is in het park Weerribben-Wieden de recreatiedruk explosief toegenomen. Waar voorheen enkele kano’s per dag over de vaarten en poelen gingen wordt nu (vaak door kinderen) in snelle boten groepsgewijs door het gebied geracet. Handhaving op snelheid is afgelopen jaar onvoldoende gebleken. Sowieso is het toegenomen aantal vaarbewegingen in versterkte mate verstorend. Kano’s verstoren vogels aan beide zijden van een vaart tot 50 meter, groepen van raceboten met een snelheid meer dan van 30 km/h verstoren aan beide zijden tot 150 meter. Deze vorm van recreatie gaat ten koste van een groot areaal broed- en foerageergebied voor doelsoorten als Purperreiger, Roerdomp, Waterral, Porseleinhoen en Watersnip. Wij lezen regelmatig de frase mens inclusieve natuur. Dat geldt voor flora, maar de bovengenoemde vogels zijn in het geheel niet mens-inclusief en tolereren geen recreatief medegebruik.

Met onderstaande  drie foto’s, genomen in 2020, illustreren wij hoe dit 'recreatieve medegebruik' er in de praktijk uitziet. Deze bootjes varen 30 km/h waar 6 km/h is toegestaan. Dit zijn slechts drie bootjes, er waren er deze zomer dagelijks enkele tientallen die het hele gebied op deze wijze doorkruisten.

verstoring-wieden-1.jpg
verstoring-wieden-1.jpg

verstoring-wieden-2.jpg
verstoring-wieden-2.jpg

verstoring-wieden-3.jpg
verstoring-wieden-3.jpg
 

Stikstofdepositie
Naast de directe verstoringen levert meer toerisme ook meer verkeer op door emissies van vaar- en voertuigen. Wij willen de provincie en de andere betrokken partijen graag wijzen op het feit dat alle ontwikkelingen in en rond het gebied in samenhang (cumulatie) bekeken moeten worden wat betreft de emissie van stikstof.

Hierbij spelen niet alleen lopende maar ook toekomstige ontwikkelingen een rol waaronder:
Zelfs een zeer oppervlakkige inventarisatie van nu al bekende initiatieven en plannen leert ons dat het onmogelijk is om alle ontwikkelingen in en rond het gebied doorgang te laten vinden zonder significante effecten.

Wij zien het als onze rol om er bij het bevoegd gezag op aan te dringen hierop strakke regie te voeren en de bescherming van het natuurgebied voorop te stellen.


Deel 2 - inhoudelijk
Het geheel heeft een hoog ‘tuinierkarakter’. Mede door het ontbreken van voldoende motivering voor meerdere maatregelen ontstaan twijfels of de gekozen oplossingen wel de optimale oplossingen zijn voor het beheer van het Natura 2000-gebied of dat er sprake is van een ‘verborgen agenda’, in die zin dat hiermee andere beheermaatregelen niet behoeven te worden ondernomen. Ofwel; welke economische maatregelen zijn in het geding omdat er slechts ruimte is om zuiver naar natuurbeheer en natuurherstel te streven.

Het wordt de lezer niet duidelijk wat de voorgestelde inhoud van het MER moet zijn. Er is sprake van een PIP (provinciaal Inpassings Plan). De vraag is of in dit PIP meerdere en welke inrichtingsmodellen worden beschouwd. Dit is niet te halen uit dit Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD).

Het waterpeilbeheer wordt impliciet als een soort van uitgangspunt gehanteerd. Deze door het waterschap vastgestelde peilen zijn zeer waarschijnlijk een oud compromis met in acht nemen van aanmerkelijke economische belangen, waarbij geen passende beoordeling heeft plaatsgevonden. Niet aangegeven is wanneer dit peilbeheer is vastgesteld, voor of na december 2004.

Niet verkend is of hier geen verbeteringen mogelijk zijn, waardoor het inlaten van gebiedsvreemd water bij gemaal Stroik mogelijk kan worden vermeden. Het bezien van deze mogelijkheden zien wij als een verplichting voortvloeiend uit de Habitatrichtlijn artikel 6.

Er wordt veel gesproken over afgraven. Dit is een vorm van land naar het water(peil) brengen, waarbij al of niet aantasting van de vegetatie en/of de draagkracht voor vogels. Er dient ook te worden onderzocht of het waterpeil omhoog kan worden gebracht, waardoor de geomorfologie onaangetast blijft en toch de gewenste hydrologische toestand wordt bereikt.

Impliciete uitgangspunten, zoals bestaand waterbeheer, dienen in het MER goed te worden beschreven waarbij moet worden gemotiveerd waarom wijzigingen hierin niet als herstelmaatregel wordt gebruikt.

In het MER dient een beschrijving van de autonome ontwikkeling te worden opgenomen, waarbij vooral aan de orde moet komen of en in hoeverre deze autonome ontwikkeling het realiseren van de gebieddoelstellingen belemmert. Dat zou een reden kunnen zijn de vele genoemde onnatuurlijke ingrepen rechtvaardigen. 

Hoofdstuk 3.1.2 heeft als titel Autonome ontwikkelingen. De betekenis die aan dit begrip wordt toegekend komt ons vreemd voor. De tekst luidt: "Autonome ontwikkelingen zijn ontwikkelingen die met zekerheid zullen plaatsvinden in de planperiode en die los staan van het voornemen, maar deze wel kunnen beïnvloeden."

Door ons wordt onder autonome ontwikkelingen verstaan ontwikkelingen die plaatsvinden zonder ingrijpen van de mens. Binnen een MER is dit het uitgangspunt, vaak ook nulfase genoemd.

In dit hoofdstuk treffen we allerlei aanduidingen van grondwerkzaamheden. Dat zijn geen autonome ontwikkelingen. Tevens de onbegrijpelijke zin: “Het graven van petgaten is geen autonome ontwikkeling, omdat hiervoor een ontgrondingsvergunning nodig is."

Het benodigd zijn van allerlei vergunning bepaalt niet of iets een autonomen ontwikkeling is.

De op pagina 12 beschreven ‘natuurherstelmaatregelen’ zijn goeddeels beheermaatregelen. Maar weer zo'n onbegrijpelijke zin: "De voorgenomen maatregelen bestaan uit het uitvoeren van maatregelen voor de aanleg van nieuwe natuur in de deelgebieden Zomerdijk Zwartsluis/Beukers, Zomerdijk Doosje en Polder Giethoorn."

Wij nemen toch aan dat de gebieden liggend in het Natura 2000-gebied uit natuur bestaan. Je maakt dus geen natuur, hooguit verander je de natuur. Het hoe en waarom moet dan wel worden gemotiveerd.

In hoofdstuk 3.2.1 wordt nergens de noodzaak beschreven een bestaand natuurgebied anders te gaan inrichten. Niet wordt gemotiveerd waarom die inrichting plaats vindt voor de genoemde soorten en niet voor andere soorten.  

Uiteraard dient het PIP te worden onderworpen aan een passende beoordeling.

Tot slot
Wij zijn en blijven bereid om mee te praten en denken over risico’s én oplossingen.




Met vriendelijke groet,


Stichting Natuurbeschermingswacht Meppel en omstreken.


mevrouw mr. T. B. Kolk, voorzitter


ing. Geert Starre secretaris